Duivenwaardsedijk 22, 3244 LG Nieuwe Tonge   |   T. +31 (0)6 10 230 303   |   E. info@faunaparkflakkee.nl   |   KVK 24410266   |   IBAN NL60 RABO 0122 1186 77

Vulpes Zerda

Vulpes zerda

(Fennek vos / Woestijn vos)

Nederlandse soortnaamFennek Vos
KlasseMammalia
OrderCarnivora
FamilieCanidae
GeslachtVulpes
SoortVulpes zerda

Uiterlijk

Grootte30 t/m 40 cm
Gewicht0,8 t/m 1,5 kg
LeeftijdOngeveer 12 jaar
KleurWitte buik en abrikoos kleurige rug

De oren van fenneks zijn misschien wel hun meest onderscheidende kenmerk. Massief in verhouding tot de schedel, worden de grote, 15 cm lange pinnae zowel gebruikt om warmte af te voeren als om prooien te lokaliseren die onder het zand bewegen.

Leefgebied

De fennekvos bewoont voornamelijk half woestijnen en woestijnen met zandige grond en weinig vegetatie. Hij heeft zich aangepast aan het leven in deze droge, hete omgevingen en is bekend om zijn unieke fysieke eigenschappen die hem helpen te overleven in dergelijke omstandigheden. De grootste populaties van Vulpes zerda komen voor in de centrale Sahara, hoewel de soort te vinden is in bergachtige en woestijngebieden van Noord-Marokko (ongeveer 35 graden Noorderbreedte), oostwaarts langs de noordelijke punt van de Rode Zee tot Koeweit, en zuidwaarts in het noorden van Nigeria en Tsjaad (15 graden Noorderbreedte). (“Fennec vos”, 2004; Kingdon, 1997; Smith, 1985; Zimen, 1990)

De fennekvos (Vulpes zerda) is inheems in delen van Noord-Afrika en het Midden-Oosten. Hij komt voor in een aantal landen in deze regio’s, waaronder: Marokko, Algerije, Tunesië, Libië, Egypte, Mauritanië, Mali, Niger, Tsjaad, Soedan, Libanon, Syrië, Jordanië, Saoedi-Arabië, Verenigde Arabische Emiraten en Oman. Zijn grootste verspreidingsgebied ligt in de westelijke Sahara.

Klimaat

Neerslag komt in de Westelijke Sahara vrij weinig voor. In de zuidelijke regionen wil nog wel eens regen vallen, maar in het droge noorden blijft het aantal neerslagdagen beperkt tot 5 tot 20 dagen per jaar, waarin er in totaal slechts zo’n twintig tot honderd millimeter regen per jaar valt. Het droge klimaat gaat gepaard met landinwaarts soms vrij hoge temperaturen. De droge hitte zorgt ervoor dat het landschap vooral bestaat uit zand en rotsen. Langs de kust kan er vocht voorkomen als gevolg van mist die vanaf zee het land binnendrijft.

Natuurlijke Vegetatie

Fennek vossen  worden vaak gevonden in gebieden met een schaarse vegetatie die typerend is voor warme woestijn- en halfwoestijnomgevingen. De natuurlijke vegetatie in deze gebieden is aangepast aan de extreme hitte en droogte van het klimaat. In woestijn- en halfwoestijngebieden zijn er vaak xerofytische struiken die zijn aangepast aan droge omstandigheden. Deze struiken hebben vaak kleine bladeren of naaldachtige structuren om waterverlies te minimaliseren. Fennek vossen kunnen schuilen en nesten maken in dergelijke struiken. Zandduinen zijn kenmerkend voor woestijnlandschappen. Ze hebben vaak weinig vegetatie, maar sommige grassen en kruidachtige planten kunnen in de beschutte gebieden tussen de duinen groeien. Fennek vossen kunnen holen graven in het zand voor bescherming en om te nestelen.

In sommige delen van woestijngebieden groeien succulente planten zoals vetplanten en agaven. Deze planten hebben wateropslagweefsels die hen helpen te overleven tijdens droogte. Fennek vossen kunnen zich voeden met de vruchten en insecten die deze planten aantrekken.

In sommige woestijngebieden, zoals in Noord-Afrika, kunnen fennek vossen langs de kustlijn worden aangetroffen waar kustduinen en zandstranden zijn. Deze gebieden kunnen enigszins meer vegetatie hebben, aangepast aan de zilte omgeving. In delen van woestijngebieden met zeer weinig vegetatie kunnen fennek vossen nog steeds gedijen. Ze zijn goed aangepast aan de open, kale omgevingen van zand en rotsen.

Invloed van de mens en klimaatverandering op het leefgebied

Menselijke activiteiten zoals landbouw, stadsuitbreiding en infrastructuurontwikkeling kunnen leiden tot habitatvernietiging en fragmentatie. Dit kan de beschikbaarheid van leefgebieden voor de fennekvos verminderen en isolatie van populaties veroorzaken. Ontbossing en veranderingen in landgebruik kunnen de vegetatie en structuur van het leefgebied van de fennekvos verstoren. Deze veranderingen kunnen van invloed zijn op de beschikbaarheid van voedsel, dekking en nestplaatsen.

Als gevolg van menselijke activiteiten zoals het verbranden van fossiele brandstoffen, komt er meer kooldioxide (CO2) en andere broeikasgassen in de atmosfeer. Dit leidt tot klimaatverandering, met stijgende temperaturen en veranderende neerslagpatronen. Deze veranderingen kunnen van invloed zijn op het leefgebied en de beschikbaarheid van hulpbronnen voor de fennekvos. Ook kunnen menselijke activiteiten invloed hebben op de prooidieren van de fennekvos, zoals knaagdieren en insecten. Veranderingen in landgebruik en pesticiden kunnen de beschikbaarheid van voedsel voor de fennekvos verminderen.

Soort specifieke informatie

De fennekvos, wetenschappelijk bekend als Vulpes zerda, is een opvallende kleine vossensoort die inheems is in de droge, woestijnachtige regio’s van Noord-Afrika en delen van het Midden-Oosten. Met zijn unieke fysieke aanpassingen en charmante uiterlijk heeft deze vossoort zich aangepast aan het leven in extreme omstandigheden. De fennekvos staat bekend om zijn opvallend grote, driehoekige oren, die niet alleen een kenmerkend uiterlijk geven, maar ook een cruciale rol spelen bij het reguleren van lichaamswarmte in de hete woestijnomgeving.

De vacht van de fennekvos is dik en zacht, vaak zandkleurig of lichtgeel van kleur, wat hem helpt te camoufleren in zijn droge habitat. Naast de oren heeft de fennekvos ook grote, expressieve ogen die zijn nachtelijke levensstijl weerspiegelen. Hij is voornamelijk ’s nachts actief om de intense hitte van de dag te vermijden.

De fennekvos heeft zich aangepast aan het vinden van voedsel en water in een schaarse omgeving. Zijn dieet varieert en omvat kleine prooidieren zoals knaagdieren, insecten en hagedissen, evenals fruit en plantaardig materiaal. Dit veelzijdige dieet stelt hem in staat om te overleven ondanks de beperkte bronnen in zijn leefgebied.

Een van de meest opmerkelijke kenmerken van de fennekvos is zijn vermogen om water te besparen. Hij haalt een groot deel van zijn waterbehoefte uit zijn dieet en kan ook water opslaan in zijn lichaam, wat hem helpt te overleven in een omgeving waar water schaars is.

De fennekvos speelt een belangrijke rol in het ecosysteem van woestijn- en halfwoestijngebieden, waar hij fungeert als een predator van kleine dieren en helpt bij het handhaven van het evenwicht binnen deze delicate ecosystemen. Zijn unieke aanpassingen en levensstijl maken hem tot een fascinerende diersoort en een ambassadeur voor de schoonheid en uitdagingen van het leven in woestijn habitats.

Sociale gedrag

Fennekvossen leven meestal alleen of in kleine familiegroepen, bestaande uit een volwassen paartje en hun nakomelingen. Ze markeren hun territorium en verdedigen het tegen indringers. In de paartijd zoeken fennek vossen elkaar op voor voortplanting. Na de paring kunnen ze een tijdelijk partnerschap vormen om voor de jongen te zorgen. Fennek vossen zijn territoriale dieren en markeren hun gebied met geurmarkeringen en urine. Ze vermijden vaak conflicten door hun territoriumgrenzen te respecteren. Hoewel fennek vossen solitair zijn, onderhouden ze communicatie met andere vossen door middel van vocale signalen, zoals blaffen, janken en krijsen. Deze geluiden kunnen helpen bij het aantrekken van partners of het waarschuwen voor gevaren.  Binnen een familiegroep tonen fennek vossen soms sociaal gedrag. Ze werken samen om jongen groot te brengen en voedsel te delen. Jonge fennek vossen kunnen elkaar ook spelen en verkennen, wat hen helpt om sociale vaardigheden te ontwikkelen.

Het gezellige karakter van fenneks is duidelijk in hun frequente en gevarieerde vocalisaties. Zowel volwassenen als pups kletsen, janken, kwispelen, grommen en krijsen. Gehuil is kort en luid, dalend in toonhoogte en vele malen herhaald.

Fenneks spelen vaak en blijken opmerkelijk behendig voor hun kleine gestalte. Een volwassen volwassene kan recht springen tot 0,7 m en meer dan 1 m van de staande positie. Deze eigenschap helpt fenneks om prooien te vangen. (“Fennec Fox”, 2004a; Kingdon, 1997; Zimen, 1990)

Nachtelijke jagers, fenneks hebben overdag slaapplaatsen nodig waarin ze beschut zijn tegen de hete woestijnzon. Voor dit doel graven ze holen. Deze holen worden ook gebruikt om pups groot te brengen. Vaak worden ze uitgebreide tunnelsystemen en kunnen ze meerdere ingangen bezitten van waaruit de fenneks kunnen vluchten als er vijanden aankomen. Holen worden meestal gegraven onder woestijnstruiken, waardoor de wortels van de planten ondersteuning kunnen bieden voor tunnelwanden. Bladeren worden gebruikt om de nestkamer voor de jongen te bekleden.

In sommige gevallen kunnen meerdere fennek-families samenwonen en een complex hol delen. Zelfs wanneer dit samenleven plaatsvindt, geven fenneks, net als andere vossen, er nog steeds de voorkeur aan om alleen te jagen. Hun roofzuchtige methode is de stengel-veer-sprong. Fenneks zijn opportunistische feeders en cachen voedsel voor toekomstig gebruik. Ze onthouden deze cachesites goed van seizoen tot seizoen. (“Fennec Fox”, 2004a; Kingdon, 1997; Zimen, 1990)

Soorteigen bewegings- en foerageergedrag

Het eigen bewegingsgedrag van de fennekvos weerspiegelt zijn aanpassingen aan het leven in een woestijnachtige omgeving. Deze aanpassingen stellen hem in staat om effectief te navigeren en te overleven in een landschap met schaarse hulpbronnen en extreme temperaturen.
De fennekvos is voornamelijk een nachtdier. Dit nachtelijke gedrag helpt hem de intense hitte van de woestijn dag te vermijden en actief te zijn tijdens de koelere uren van de nacht. Zijn grote ogen zijn aangepast aan weinig licht, waardoor hij effectief kan jagen en bewegen in het donker. Het is een uitstekende graver en kan diepe holen graven in het zand. Deze holen bieden niet alleen bescherming tegen de hitte en roofdieren, maar ook een koele plek om te rusten tijdens de dag. Deze holen zijn vaak uitgebreid en hebben meerdere ingangen om ontsnappingsroutes te bieden.
Fennek vossen zijn opportunistische eters en hebben een gevarieerd dieet. Ze kunnen zich voeden met kleine knaagdieren, insecten, hagedissen, vruchten en plantaardig materiaal. Het bewegingsgedrag omvat zwerven door hun territorium op zoek naar voedselbronnen. Zij staan bekend om hun vermogen te springen om prooien te vangen, zoals insecten die in de lucht vliegen. Ze kunnen ook jagen door stil te blijven zitten en onbeweeglijk te wachten tot een prooi dichtbij genoeg komt om te worden gegrepen. Zij markeren hun territorium met geursignalen zoals urine en geurklieren op hun lichaam. Dit markeringsgedrag helpt rivalen af ​​te schrikken en dient om hun territoriale grenzen aan te geven. Ook kunnen zij lange afstanden afleggen in hun zoektocht naar voedsel en territoriumverkenning. Ze hebben goed ontwikkelde zintuigen en een sterk gevoel van richting om te navigeren in de uitgestrekte woestijnlandschappen. 

Voeding in de natuur en wijze van voedsel vergaren

Het eigen bewegingsgedrag van de fennekvos weerspiegelt zijn aanpassingen aan het leven in een woestijnachtige omgeving. Deze aanpassingen stellen hem in staat om effectief te navigeren en te overleven in een landschap met schaarse hulpbronnen en extreme temperaturen.
De fennekvos is voornamelijk een nachtdier. Dit nachtelijke gedrag helpt hem de intense hitte van de woestijn dag te vermijden en actief te zijn tijdens de koelere uren van de nacht. Zijn grote ogen zijn aangepast aan weinig licht, waardoor hij effectief kan jagen en bewegen in het donker. Het is een uitstekende graver en kan diepe holen graven in het zand. Deze holen bieden niet alleen bescherming tegen de hitte en roofdieren, maar ook een koele plek om te rusten tijdens de dag. Deze holen zijn vaak uitgebreid en hebben meerdere ingangen om ontsnappingsroutes te bieden.
Fennek vossen zijn opportunistische eters en hebben een gevarieerd dieet. Ze kunnen zich voeden met kleine knaagdieren, insecten, hagedissen, vruchten en plantaardig materiaal. Het bewegingsgedrag omvat zwerven door hun territorium op zoek naar voedselbronnen. Zij staan bekend om hun vermogen te springen om prooien te vangen, zoals insecten die in de lucht vliegen. Ze kunnen ook jagen door stil te blijven zitten en onbeweeglijk te wachten tot een prooi dichtbij genoeg komt om te worden gegrepen. Zij markeren hun territorium met geursignalen zoals urine en geurklieren op hun lichaam. Dit markeringsgedrag helpt rivalen af ​​te schrikken en dient om hun territoriale grenzen aan te geven. Ook kunnen zij lange afstanden afleggen in hun zoektocht naar voedsel en territoriumverkenning. Ze hebben goed ontwikkelde zintuigen en een sterk gevoel van richting om te navigeren in de uitgestrekte woestijnlandschappen. 

Voeding in de natuur en wijze van voedsel vergaren

Fenneks hebben kleine carnassie tanden. Ze verkrijgen veel van hun voedsel door te graven en zullen, als alleseters in een woestijnomgeving, bijna alles consumeren wat zich beschikbaar stelt. Kleine knaagdieren, hagedissen, vogels, eieren en insecten zijn allemaal veel voorkomende prooien. Fruit, bladeren en wortels zijn een belangrijk onderdeel van het dieet van V. zerda, omdat ze bijna 100 procent van de hydratatie van het dier leveren. Fenneks kunnen voor onbepaalde tijd zonder water en staan erom bekend dat ze extra voedsel opslaan. (“Fennec vos”, 2004; “Fennec Fox”, 2004b; Kingdon, 1997; Osborn, 1998)

Voortplantingsgedrag en verzorging van de jongen

Fennekvossen hebben een seizoensgebonden voortplantingspatroon en paren meestal in de winter en het vroege voorjaar, wanneer de omstandigheden gunstiger zijn. Tijdens het paarseizoen kunnen mannetjes en vrouwtjes elkaar opzoeken om te paren. Hoewel ze over het algemeen solitaire dieren zijn, vormen ze tijdelijke partnerschappen voor de voortplanting. Het vrouwtje draagt de jongen in haar baarmoeder gedurende een draagtijd van ongeveer 50 dagen.
Na de geboorte worden de jongen geboren in een ondergronds hol dat vaak goed verstopt is om hen te beschermen tegen roofdieren en extreme weersomstandigheden. Het vrouwtje zorgt voor de jongen in het hol, en de mannetjes kunnen ook betrokken zijn bij het voeden van het vrouwtje en het brengen van voedsel. De jongen worden geboren met gesloten ogen en zijn volledig afhankelijk van de zorg van hun ouders. Het vrouwtje zoogt de jongen en zorgt ervoor dat ze warm en beschermd blijven in het hol.

Na ongeveer twee weken beginnen de jongen hun ogen te openen en worden ze langzaam meer actief. Rond de leeftijd van een maand kunnen ze beginnen met het eten van vast voedsel, naast de moedermelk. Beide ouders dragen bij aan het voeden en beschermen van de jongen. Naarmate de jongen groeien en sterker worden, beginnen ze langzaam het hol te verkennen en te spelen.

De duur van de zorg voor de jongen varieert, maar meestal blijven de jongen bij hun ouders tot ze ongeveer 3 tot 4 maanden oud zijn. Gedurende deze tijd leren ze essentiële vaardigheden en gedragingen die hen zullen helpen te overleven in hun omgeving. De zorg voor de jongen is een gedeelde inspanning tussen beide ouders, en het laat zien hoe fennek vossen zich hebben aangepast om hun jongen succesvol groot te brengen in de uitdagende omstandigheden van de woestijn.

Bioritme

Het bioritme van fennek vossen is sterk aangepast aan het leven in hun woestijnachtige leefgebied. Als nachtdieren hebben fennek vossen hun gedrag en activiteiten aangepast aan de dagelijkse en seizoensgebonden schommelingen in licht en temperatuur die kenmerkend zijn voor hun omgeving.

Het dagelijkse ritme van fennek vossen draait om hun nachtelijke levensstijl. Overdag zoeken ze beschutting in hun zelf gegraven holen, die hen beschermen tegen de intense hitte van de woestijn dag en hen helpen te voorkomen dat ze te veel water verliezen door verdamping. Tijdens de hete uren van de dag blijven ze meestal inactief in hun holen, waardoor ze hun energie kunnen sparen.

Naarmate de zon ondergaat en de temperatuur daalt, worden fennek vossen actiever. Hun zintuigen, zoals goed nachtzicht en uitstekend gehoor, komen goed van pas terwijl ze op jacht gaan naar voedsel. Ze kunnen prooien opsporen en vangen, zoals knaagdieren en insecten, die ’s nachts actief zijn. Deze nachtelijke activiteit stelt fennek vossen in staat om voedselbronnen te benutten en te overleven in een omgeving waar de hitte overdag moeilijker te verdragen is.

Seizoensgebonden schommelingen in licht en temperatuur hebben ook invloed op het bioritme van fennek vossen. Tijdens het warme seizoen kunnen ze hun activiteiten mogelijk meer verplaatsen naar de koelere avonduren en de vroege ochtenduren om oververhitting te voorkomen. In de koudere maanden kunnen hun activiteitenpatronen enigszins verschuiven om optimaal te profiteren van de beschikbare hulpbronnen en energiebehoeften.

You are donating to : Greennature Foundation

How much would you like to donate?
$10 $20 $30
Would you like to make regular donations? I would like to make donation(s)
How many times would you like this to recur? (including this payment) *
Name *
Last Name *
Email *
Phone
Address
Additional Note
paypalstripe
Loading...