Felis Catus x Prionailurus
Bengaal
Nederlandse soortnaam | Bengaal |
Klasse | Mammalia |
Order | Carnivora |
Familie | Felidae |
Geslacht | Felis |
Soort | Felis Catus x Prionailurus |
Op een mooie warme dag kan je ze rond zien lopen in het park. De bengalen Henk en Harry. Ze vallen meteen op door hun vacht patroon dat doet denken aan een tijger of panter. Beide heren zijn gecastreerd. De dieren zijn van de eigenaar van het park en prive bezit.
Met zijn drieën
Henk en Harry hebben nog een ‘broertje’, Huug. Dit is ook een gecastreerde kater en geen Bengaal. Je herkent hem aan zijn witte vacht met donkere vlekken, als een koe.
Karakter
Aanhankelijk, speels, actief en slim. Dat zijn de kernwoorden waarmee je het karakter van een Bengaal kan omschrijven. Ze kunnen uren achter elkaar door het huis racen, spelen en dan naast je in slaap vallen.
Ze zijn erg gesteld op aandacht van hun baasjes. Ze laten het je dan ook zeker merken wanneer ze iets willen want Bengalen kunnen best erg vocaal zijn. Maar ze willen ook met alles mee doen: koken, stofzuigen, computeren en zelfs douchen, want Bengalen zijn gek op water.
Bengalen kunnen over het algemeen goed overweg met mensen, honden en andere katten die veel energie hebben.
Bengaalse poezen zijn over het algemeen meer temperamentvol en afstandelijk dan de katers.
Uiterlijke Kenmerken
De bengaal heeft over het algemeen vrij lang en gespierd lichaam. Ze hebben sterke achterpoten die iets langer zijn dan hun voorpoten. Daardoor ze heel goed kunnen springen. Zij hebben zwarte voetzolen. Hun staart is van gemiddelde lengte met aan het eind donkere en lichte ringen.
Ze hebben voor katten een vrij ronde kop en is in verhouding met de rest van hun lichaam vrij klein. De ogen zijn groot en amandelvormig en zwart omringt. Hun oren zijn vrij klein, naar voren gericht en staan vrij ver uit elkaar, de toppen van de oren zijn afgerond.
Vacht
De vacht is wel het meest opvallende kenmerk van een Bengaal. Deze is kort en dicht behaard, zijde zacht, glanzend en heeft een een patroon van strepen en vlekken die erg op dat van een tijger of panter lijken.
Er zijn verschillende vachtpatronen die een Bengaal kan hebben
- Doughnutrozetten
Warm gekleurde vlekken met een donkere rand er omheen - Schaduwrozetten
Warm gekleurde vlekken met een halve donkere rand er omheen - Black Tabby Spotted
Duidelijk contrast van de vlekken. Dit zijn kleine vlekjes die ook andere vormen kunnen aannemen zoals de vorm van een pijl - Sparbled
Sparbled is een mix tussen rozetten en gemarmerd. Deze Bengalen hebben grotere rozetten dan een rozetted Bengaal. - Gemarmerd
Een gemarmerde vachttekening bestaat uit horizontale brede strepen. Een langgerekt en helder patroon over de vacht met duidelijke contrast.
Officieel erkende kleuren
De bruine kleur is de oorspronkelijke kleur van de bengaalse kat. Tegenwoordig worden er meer kleuren erkent:
Black Tabby
De ondervacht is van licht creme tot geel/bruin en de vlekken of rozetten zijn donkerder van kleur, er is een duidelijk contrast zichtbaar. De Black Tabby Bengaal komt voor met alle hierboven genoemde vachtpatronen.
Sneeuw Kleuren
De Sneeuw Bengaal heeft een lichte ondervacht die creme, licht gebronsd of ivoorkleurig is.
Ze kunnen zowel gevlekt als gemarmerd zijn.
De sneeuw Bengaal is onderverdeeld in 3 soorten.
Sneeuw seal lynx
De oogkleur is bij de sneeuw seal lynx is blauw. Deze Bengaal bezit 2 genen van een Siamese kat.
Sneeuw seal mink
Bij de Sneeuw seal mink is de oogkleur blauw/groen (Aqua). Deze Bengaal bezit 1 gen van de Burmese kat en 1 gen van een Siamese kat.
Sneeuw seal sepia
Bij de Sneeuw seal sepia is de oogkleur goudkleurig. Deze Bengaal bezit 2 genen van de Burmese kat.
Zilver
De zilver Bengaal heeft een specifiek dominant gen (Inhibator) en er hoeft maar 1 ouder het zilver gen te dragen om ‘ zilveren’ kittens te krijgen. Dit gen remt de pigmentvorming van de haren bij de wortel dusdanig dat er daar helemaal geen pigment meer is met als gevolg dat maar een deel van de vacht kleur heeft. Dit zijn de uiteinde van de haren. De haren zijn bij de schacht grijs of wit en een zwarte haarpunt. Al er bij de zilver Bengal toch wat bruin door de vacht heen komt aan de basis, noemen we dit “Tarnish” Dit kan je dan vooral bij de poten en onder de kin zien.
Niet officieel erkende kleuren
Er zijn ook vachten en kleuren die nog niet erkent zijn:
- Albino
Een Albino Bengaal heeft geen zichtbaar patroon en de ogen zijn er in 2 kleur variaties, rode en blauwe. Albino katten hebben vaak een zwakkere gezondheid en dat uit zich in doofheid, zichtproblemen en huidproblemen (onder andere zeer gevoelig zijn voor zon en licht) Albino komt zeer zelden voor bij de Bengaal. - Blauw
De Blauwe variant krijgt je door een een recessief gen (diluted) en komt daarom alleen voor als beide ouders 1 of 2 blauwe genen bezit. Bij een Blauwe Bengaal is de kleur niet gelijkmatig verdeeld over het haartje, maar klonteren de pigment korrels ongelijkmatig aan mekaar. Wanneer dit gebeurt kan er er meer licht door het haar stromen en lijkt kleur lijkt daardoor lichter. Een Blauwe Bengaal heeft perzikkleurige ondertonen en zijn zacht grijs/blauw van kleur. Het contrast van het patroon op een lichtere is lastig terug te vinden. Dit geld ookvoor de karakteristieke gezichtsmarkeringen. - Chocolate (Chocolade kleurig)
Ook het Chocolate gen is recessief. Een Chocolate Bengaal heeft een bruine staartpunt en bruine voetzolen. Dit is het grote verschil met een Black Tabby Bengaal - Cinnamon (kaneelkleurig)
Het Cinnamon gen is recessief. Een Cinnamon Bengaal heeft een kaneelkleurige staart en kaneelkleurige voetzolen. Dit is het grote verschil met een Black Tabby Bengaal. - Melanistisch (Zwart)
Het zwarte gen is recessief, ook wel bekend als melanistisch. Melanisme wordt veroorzaakt door het non-agouti gen. Een Melangistische Bengaal heeft geen patroon. Als ze klein zijn zie je bij sommige wel een ghostmarking. Om melanistisch te zijn, heeft dient de kat van beide ouders het non agouti gen te hebben. - Charcoal (steenkoor kleurig)
Het charcoal ( Apb ) gen is een recessief gen dat in combinatie met het zwarte/ melanistische gen de kleur charcoal maakt. Dit houdt in dat een Bengaal met twee maal het Apb gen, geen charcoal Bengaal is. Hiervoor is echt de combinatie noodzakelijk
Van wild naar tam
De Bengaal is een kruising tussen de wilde Bengaalse tijgerkat-kater (Prionailurus bengalensis) en een huis poes. Hoe dicht een Bengaalse kat bij zijn wilde voor ouder staat wordt aangeduid met F1 t/m F7. Bij de eerste 3 generaties stroomt er nog duidelijk wild bloed door de aderen. Deze katten kunnen niet als huiskatten gehouden worden. Bengalen vanaf de Generatie F5 zijn Stud Book Traditional (SBT) (en worden gezien als gewone huiskatten)
Hieronder een verklaring van de begrippen F1 t/m F4
F-1 generatie: Deze generatie onstaat door een paring tussen ene Bengaalse tijgerkat-kater en een huiskat poes. Deze poes is tegenwoordig vaak een Bengaal, maar vroeger werd vooral de Egyptische Mau gebruikt. Door de kruising van twee verschillende soorten zijn alle katers in deze F-1 generatie steriel
F-2 generatie: Dit is een combinatie uit een F-1 moeder en een huiskat of tegenwoordig vaak een Bengaal. Ook van deze generatie zijn de katers kittens meestal onvruchtbaar.
F-3 generatie: Dit is de combinatie F-2 ouder X een huiskat of tegenwoordig vaak een Bengaal.
vanaf F-4 generatie: Dit is de combinatie van een F3 ouder X huiskat of een Bengaal. Deze generatie valt onder de SBT.
In veel landen heb je speciale toestemming nodig om Bengalen tot en met F3 te fokken.
Geschiedenis
Jean Sugden begon in 1963 met het kruisen van een Aziatische Luipaardkat (felis prionailurus bengalensis) met haar zwarte kat. Zij kregen ene kitten die Kin-Kin genoemd werd. Ze had de karakter eigenschappen van haar moeder, en de fysieke eigenschappen van haar vader. Hoewel meestal dit soort nesten steriel zijn, was kin-kin in staat om ook jongen te baren. ze werd terug gekruist met haar vader en gaf zowel gewone als gevlekte kittens. Helaas viel het hele project stil toen Jean Sugden weduwe werd.
Een tiental jaar later, in 1973 startte Dr. Willard Centerwall, een geneticus, een nieuw project met een Aziatische Luipaard Cat (ALC) en een huiskat. , met als doel een medicijn te vinden tegen kattenleucose. Er was namelijk aangetoond dat deze ziekte niet voorkomt bij de Aziatische Luipaard Kat. Hij gaf een aantal poezen aan Jean Sugden (Jean Mill na haar hertrouwen) en zij gebruikte ze in haar nieuw fokprogramma.
De TICA (The International Cat Association) registreede de eerste Bengaal, genaamd “Millwood Slot” in 1983 De naam van dit ras werd afgeleid van de wetenschappelijke naam van Asian Leopard Cat, Felis Bengalisis en heeft geen verwantschap met de algemene Bengaalse tijgerskat.
Vele verschillende rassen werden gebruikt in het fokprogramma van de Bengalen zoals de Siamees, Burmees, Egyptische Mau, Abbasijnen, Bombay en de Britse Korthaar, Mar tegenwoordig worden de vooral de latere generaties bengaalse katten. In 1999 werd dit ras erkend door de FiFe.